De Kerk

Geschiedenis van Andijk

Het dorp Andijk, vroeger: Aandick, ligt in een bocht der Zuiderzee (nu: IJsselmeer). Het wordt, zoals men weet, ook wel eens Noorddijk genoemd, omdat het aan de Drechterlandse Noordzeedijk gelegen is. Moeilijk is het om de juiste stichtingstijd van het dorp te bepalen. Sommigen willen dat het gesticht is na 1460 omdat het zijn naam ontleent aan de Zeedijk, terwijl de eerste zeedijken, met paal en wierwerken, tussen 1450 en 1460 aangelegd zijn, waar men echter aangetekend vindt, dat Graaf Willem II in 1250, op zijn tocht ter bestoking van de muitende Westfriezen, een omweg maakte over Aandick, en aldaar enige rust nam, moet het reeds vroeger hebben bestaan.

 

 

 

 

 

De Rooms-Katholieke kerk

Voor de hervorming, dat wil zeggen voor 1600, was alles Katholiek. Waar de Andijkers toen kerkten is niet bekend. Waarschijnlijk in een van de Streekdorpen, waartoe ze bannegewijs behoorden, of in Wervershoof, dat voor de meesten het dichtste bij was. Na de Hervorming, vooral na de Synode van Dordrecht in 1618, waait er een andere wind. “Roomsen” mogen in geen enkele regering zitting hebben en in het openbaar kerken is hen verboden. Weldra hebben ze drie schuilkerkjes. Een op de Lagedijk en twee op Andijk, namelijk op de Bangert (oude woning Piet Swart t.p.v. Dijkweg 400) en in de Bakkershoek (Jan Dekker de post, daarvoor timmerwinkel Ellerbroek, t.p.v. Dijkweg 245). Dat gaat zo bijna twee eeuwen door. Van 1754 tot 1765 is Josephus Maju pastoor te Wervershoof. Tijdens zijn bediening wordt de “sluipkerk” in de Bangert hersteld en vergroot, nadat er 40 jaar niets aan gedaan is. Van 1781 tot 1795 is Johannes Culeman pastoor. Hij stelt voor de drie schuilkerken op te heffen en een grote kerk midden in Wervershoof te bouwen. Wervershoof is nu het centrum, maar voor de Rooms-Katholieken in de Bakkershoek betekent dat bijna een uur lopen, “per pedes apostolorum”. Eigen gerij hebben maar weinigen. Tot na 1900 wonen er nog Katholieken in de Bakkershoek, maar geleidelijk trekken zij weg naar het Westen, naar de Bangert, dichter bij hun kerk.

De Andijker bevolking had zich bij de beslissing van 1805 van een centrale katholieke kerk in het dorp Wervershoof wat gemakkelijker neergelegd dan die van Onderdijk. Toch bleef ook onder deze mensen van de oude wijk Bangert het verlangen levendig naar een eigen kerkgelegenheid. De overheid zelf erkende de redelijkheid van deze verlangens en toen men in 1873 wilde proberen om in Onderdijk een eigen parochie te krijgen, schreef Mgr. G. Wilmer de bisschop van Haarlem het volgende: “Ook te Andijk, zegt men, zou men zoiets willen beproeven. De meening is zeker goed te prijzen maar de middelen moeten ook niet ontbreken.” (archief Bisdom Haarlem, Uitgaande stukken 14 september 1873). Maar men had de activiteit van Andijk wat al te hoog aangeslagen. De gehele onverkwikkelijke strijd tussen Wervershoof en Onderdijk met als inzet eigen zelfstandigheid, ging aan de bevolking van Andijk voorbij.

In 1860 wordt Wervershoof de parochie van Sint Werenfridus. Reeds in 1862 wordt de kerk alweer “bouwvallig en te klein” gevonden. De nieuwe pastoor van Maasland wil een nieuwe kerk en die komt er! In 15 maanden is, dankzij het gunstige weer, de kerk gereed en wordt op 28 juli 1875 ingewijd. Het feest wordt met en groot vuurwerk besloten. Voor de Katholieken van Andijk is dit bijna 75 jaar hun kerk.

Toen de kwestie voor Onderdijk door Haarlem uitgemaakt was, probeerden de kerkmeesters van Wervershoof de zaak in eigen hand te houden en zelf een oplossing voor Andijk te zoeken. Als hier Haarlem ook aan te pas zou moeten komen en het bisdom zou ook dit deel zonder meer van de parochie afsnijden, dan zou Wervershoof geen voldoende levenskansen hebben. Dat men in het kerkbestuur van Wervershoof zo redeneerde, blijkt uit het verslag van 12 juni 1918. De pastoor had aan de vergadering medegedeeld dat Onderdijk een zelfstandige parochie zou worden. Hij was diep teleurgesteld over deze beslissing en verwachtte een sterke teruggang op godsdienstig en financieel vlak in de eigen parochie. In één adem sprak hij verder over een hulpkerk in Andijk: hij scheen daardoor te willen zeggen: laten wij, als we er zonder kleerscheuren af willen komen, het bisdom en de Andijkers voor zijn. Er is zelfs sprake geweest van het oprichten van een hulpkerk ten tijde van de aanleg van de proefpolder. Door pastoor P. Bonnet (1932-1935) uit Wervershoof werd echter een eerste aanzet gegeven naar een zelfstandige parochie Andijk, zoals uit het volgende blijkt.

Ontwikkelingen en gevolgen van onroerend goed aankoop vanaf 1934

Een stukje geschiedenis over de grondaankoop van 3500 m2 met opstallen van de bouwcommissie vanaf 1934. Nu (bron: Feestkontakt 50 jaar parochie september 1998) is dat de woning van W. Smit (Kleingouw 219), Sarto en de R.K. Kerk (Bangert 2, 4 en 6). Het woonwinkelpand en de brandstofschuur zijn gebouwd in 1925 voor f  3.500,- door Kl. Dol-Swart; verkocht in 1934 aan de bouwcommissie; in 1957 aan Jn. Imming-Meester; in 1960 aan C. Beemsterboer-Steltenpool; in 1976 aan een Hagenees en uiteindelijk doorverkocht aan W. Smit-de Hoon. In de loop der jaren is het pand bewoond door Dol (1925-1939), Beemsterboer (1939-1976, schoenmakerij) en Smit (1976 tot heden). De naastgelegen grond is in 1946 aangekocht, ook voor de bouwcommissie.

Op 9 mei 1934 werd een openbare verkoping gehouden van een voor f  3.500,- in 1925 gebouwd woonwinkelpand met kolenschuur op 3472 m2 grond in de Bangert te Andijk van Kl. Dol-Swart. De avond voor deze verkoping is de bouwcommissie bijeen geweest op de pastorie te Wervershoof met pastoor P.J. Bonnet. De bouwcommissie kreeg de goedkeuring mee om dit aan te kopen. Het gekochte onroerend goed voor de prijs van f  4.965,- is door deze pastoor Bonnet uit eigen zak betaald met het uiteindelijke doel een eigen kerk, school en patronaatsgebouw te bouwen. Deze verkoping betekende het einde van de kruideniers- en brandstofhandel van Kl. Dol. Deze woning werd uit sociale overwegingen daarna verhuurd aan Kl. Dol, die een gezin met 8 kinderen had, voor f  5,- per week. Het gezin is in februari 1939, met inmiddels 12 kinderen, naar Hoorn verhuisd. Daarna kwam er van 1939 tot 1976 een schoenmakerij in van C. Beemsterboer. De kolenschuur is verkocht en gesloopt in 1945 voor de inschrijvingsprijs van f  1.525,-. Eind 1934 deed zich al de gelegenheid voor om de naastgelegen grond aan te kopen, maar pas op 6 juni 1946 is die ruim 5000 m2 bijgekocht van Martinus Koomen Jnz. en de erfgenamen van Klaas Hooiveld Jnzn., Teunis-Jacob, Pieter en Johanna-Klazina Hooiveld. Op 13 februari 1947 schrijft de commissie: “Het zou nuttig zijn een deel van het terrein te gebruiken als feestterrein voor verschillende gelegenheden. Het is erom begonnen om de Bangert meer in zijn feestvreugde te verheffen en de feesten op een hoger peil te brengen om zo te komen tot het eigenlijke doel“. In juli 1947 moet het terrein opgeknapt worden, want met de Andijker kermis komt er een zweefmolen op.

In juli 1947 komen de eerste geruchten dat café/kolfbaan de Krimper te koop staat. Volgens een oud kroniekboek heeft zelfs Prins Maurits, die leefde van 1567-1625, op een doorreis van Enkhuizen naar Medemblik er overnacht en zijn brood-bier en sponde in de Crymper gebruikt. (Is dit een café geweest dat eerder op deze plek heeft gestaan?) De commissie is zeer geïnteresseerd, maar in die tijd was het moeilijk om onroerend goed te kopen van iemand met een ander geloof. Via zogenaamde stromannen is dit spel gespeeld. Namens de verkoper Jan Groot Jaczn., caféhouder te Binnenwijzend deed dit Cris Tol uit Venhuizen. Namens de bouwcommissie deed dit bierbottelaar S. Weel uit Wervershoof. Mede doordat de zaak vertraagd werd door de prijsbeheersingscommissie werd pas 17 maart 1948 tot goedkeuring besloten en de koop gesloten; prijs 20.000,- inclusief inventaris en goodwill. Daarna moest de keus worden gemaakt om de Krimper tot kerk óf school te verbouwen. Uiteindelijk is het de kerk geworden die op 25 december 1949 in gebruik is genomen. Vanaf die tijd is men steeds bezig geweest om een school, een verenigingsgebouw en begraafplaats in de Bangert te krijgen. In de loop van 1950 is door de heren D. Botman, J. Breg, G. Dekker en C. Kuin het initiatief genomen om een keet uit Hedel te kopen en als bewaarschool en verenigingsgebouw (Sarto) te gaan gebruiken, wat op 20 november 1950 is gestart. Dit is gebouwd op de in erfpacht gekregen grond van de kerk. De bewaarschool, geleid door 2 zusters uit Wervershoof, was al in december 1943 in het café van K. Kuin gestart. Reeds in 1944 moest er al naar een ander gebouw worden uitgezien. Dit werden de tuindersschuren van A. Bank aan de Stormweg 6 en van Van der Gulik aan de Dijkweg 440, achter de voormalige rijschool S.C. Bakker. Vanaf eind 1950 in het Sartogebouw tot 1953, toen nog twee jaar in café K. Kuin en weer terug in Sarto. De lagere school is met een klein aantal klassen in 1953 in Sarto begonnen, onder andere op het huidige toneel. Een nieuwe lagere school aan de Hooijschuurstraat kon pas met goedkeuring in 1955 worden gebouwd en waarbij de kerkbestuursleden voor de bankgelden borg moesten staan!

 

Om het vervolg van de geschiedenis van de parochie Maria Middelares van alle genaden te lezen kunt u de onderstaande link aanklikken. Daarin vind u de “Feestkontakt” ter ere van het 50 jarige bestaan van de parochie, van 1998.

Feestkontakt 50 jaar parochie Andijk 1948 1998

 

(Bron: Feestkontakt 50 jaar parochie, september 1998)

(Bron foto’s: Trudy Nieuweboer-Kuip)